Ik ben thuis
Gedicht voorgedragen bij de nieuwjaarsreceptie in het gemeentehuis, 8 januari 2024
Ik ben thuis
Ik ben de markt zaterdagmiddag 4 uur,
hele tassen beurs fruit voor de helft,
het verloren zakje kruimels
en dus ook die waggelende duif,
elke barkruk in de Vlaamse Reus,
de piano in de Zaaier,
de rij voor Cicuto en alle smaken
en ook het getwijfel welke vandaag.
Ik ben het drassige Torckpark
tijdens het bevrijdingsfestival
en de bruine gympen in die drek.
Ik ben de vijf glazen piramides
gevuld met friet en kappersscharen
en het zeuren dat ze er nog altijd staan.
Ik ben de straatnaamborden, allemaal
evenveel. Ik ben ook die rare rotonde,
gevaarlijke oversteek, openliggende weg.
Ik ben de bergschoenen, blote voeten,
haastig fietsend naar de campus,
de volgeboekte bieb voor de tentamens.
Ik huis de studentenflats en de nieuwbouwwijk ernaast,
de villa’s langs het Arboretum en daar de huisjes onder,
zelfs de lege theekoepel, het volle schip achter de haven
huis ik misschien nog wel het meest.
Ik weet welke muren leunen tegen vingerverf schilderijen,
drogende sokken op de verwarming,
de rust van een fruitend uitje
en welke niet.
Ik ben de scheve trappen van het bergpad,
vanaf de bankjes het kijken naar de Rijn
en de bruggen en boerderijen in stilte daar voorbij.
Ik ben de goud weerspiegelende uiterwaarden,
wachtend op vorst,
het dromen van schaatsen op ijs dat ik ben.
Ik ben de stad
hopend gezien te worden
als bewoner van iedere gast.