Rokend rubber

Ter ere van het alledaagse leven in Wageningen. Een busrit naar Wageningen centrum resulteert in een ontmoeting met een kneedgum artiest die me haast opslokt in zijn fantasierijke wereld van ridders en draken; of, zijn het toch de hete teksten die de bus doen ontvlammen?

Rokend rubber
Ik stap in de bus op
Ede-Wageningen
Daar beginnen de zinnen te stromen
Dus ik klus wat

Laat het komen
Met pen op papier
Maak rustig plezier
Door de oortjes bonken beats

Buiten blocknote zie ik niets
Als de flits van iets
Aandacht ontwricht
Ik zwicht
“Is dat tegen stress?”
“Of om iets te maken?”
Opgelicht krijg ik les
Over draken, kneden
Dolken smeden van gum
Vormen van het middel
Als m’n woorden op de drum
Het heeft wat weg van Ditto
Dat is een Poké-mun
Terwijl hij hem
Verandert in een dolk in een draak
Snijtanden in de bovenkaak
Z’n handen dansen met een grote vaart
Ja ze huppen
Plaatharnas of schubben
Acht plakjes dik lubbert
Die vormeloze klont
Als vette boter in het rond

Terstond ontstond
Alsof hij film verstond
Een lijn met beelden
Door de gum waarmee hij speelde

“Bedankt dat je je passie deelde”
Geef hem nog een hand
Hij stapt uit de bus
Met de geur van “brand?”

Ben ik in die fantasie beland?
Draken braken vlammen
Laten achter blaren en schrammen

Ame-hoela
Dat is wat ik bedoel ja
Spoel naar m’n schrift
Inspiratie op netvlies gebrand
In geheugen gegrift
Dicht steekwoorden
Nog steeds storen
De geuren
van smeulend rubber
Verstikkend
Ze doorboren, prikken
Als speer in de holtes
Neusvleugels
Het is duivels
Ik duizel

Bus aanbeland
Op het busstation
Ik wil uitstappen
Maar keer me toch nog om

Om informatie te delen
Met chauffeur
Hij rook het zelf ook
Eenmaal buiten de deur
Zien we hoe hele
Grijze wolken zich smeden
Linksachter
Dat zijn geen beste tekenen
Klep open
Dynamo staat in (levende lijve in) lichte laaien
Vlammen likken of aaien
Hij blaast nog maar ze waaien
Weer aan

Één probleempje
Geen blusser aanwezig
Hij belt de firma
Ik 112
De brandweer

Als
Onstuimig trekken van de wind
Begint
Alsof je “nee” zegt tegen een kind
Dat je van alles wil beloven
Om eigen bestwil
De vlammen uit te doven

Tot slot kijk ik nog
Even om de hoek
En realiseer
Ik zat precies
Linksachter
Zeg gedag
En dan ga ik weer

Foto © Jarko Meurs